Hoe deden de ridders eigenlijk boodschappen?
Dichterbij het gevoel van de moedervogel die haar kleintjes leert vliegen kun je niet komen: de zijwieltjes zijn van de fiets, we houden het zadel vast, moedigen ons kuiken aan en daar gaat ze... Aniek fietst helemaal zelf. Eerst twee meter, dan vijf, dan tien. Totdat ze tegen de stoeprand, een auto of struik aanrijdt natuurlijk. Dan wisselt ze overdreven kleinzerige momenten af met onverwacht laconieke. Staat ze met haar fiets onhandig tussen de benen en haar neus in de bladeren, zegt ze: "Kijk eens wat een mooi beestje." Waar ze dan wel weer gelijk in heeft. Op haar verjaardag had ze ook zo'n verrassend moment. Net een enorme drukte achter de rug met eerst familie met ladingen vol kado's en aandacht en 's middags haar vriendjes die alle kanten op stuiteren, maar lang niet altijd de hare. Heeft ze eindelijk het huis alleen en rijdt ze Simon schaterlachend en ogenschijnlijk zeer geconcentreerd rond op zijn hardplastieken grasmaaier, kijkt ze ineens op en vraagt ze uit het niets: "Hoe deden de ridders eigenlijk boodschappen?"
Trein!
Zoals veel leeftijdgenootjes heeft Simon zijn eigen polderlandse big five. Zodra hij een trein ziet richt hij zich op uit zijn autostoel (beslist geen sinecure) en roept met gelukzalige ogen "Trein!" Hoort ie een vliegtuig, dan rent ie de tuin in en roept dolenthousiast "Viegtuig!" De auto neemt een beetje de plaats van de buffel in: hij heeft er genoeg van gezien, maar als er niks anders in de buurt is moet hij het toch nog even roepen: "Auto!" Voor boten heeft ie dankzij wat fietstochtjes over de dijk en fietsbrug ook al een aardig oog. De nummer vijf is het moeilijkst te spotten en ook nog lastig uit te spreken. Vooralsnog kent ie hem alleen uit de boekjes, maar reken maar dat het binnenkort hartstochtelijk uit de tuin klinkt: "Helicopter!"
Ik heb de slak geverfd
Gisteren was het Koninginnedag en dat was feest voor de kids. Aniek mocht haar fiets versieren en meedoen aan de optocht van het Dorpsplein (lees: de snackbar) naar het sportveld. Eva had haar al wat ideeën aan de hand gedaan: ze ging er slingers op plakken en tekeningen en ballonnen. Toen de dames op het plantsoentje wedstrijdje deden slakken vangen, vroeg ik Eva wat ze met haar veertien slakken ging doen. "Op de fiets zetten voor de optocht". Zo ver is het niet gekomen, maar eergisteren kwam Aniek binnen uit de tuin en vroeg ik haar wat ze had gedaan. "Oh gewoon, ik heb een slak geverfd." En inderdaad kroop er buiten een slak rond met een huisje blauw van de stoepkrijt.De optocht zelf was gauw gebeurd, maar toen begon het feest pas: springkussens in alle soorten en maten en Aniek durfde er zowaar op. Van Simon verwachtten we niet anders. Tot overmaat van plezier was er ook nog een rommelmarkt, een grabbelton en limonade uit een kabouterkraantje. Help onthouden: volgend jaar toch maar wat geven aan de collecte voor het plaatselijke oranjecomité.