Houden wespen van lieven heersbeestjes?
Houden wespen van appelsap? Houden wespen van autootjes? Houden wespen van klei? Sinds Simon rakelings in z'n wang is gestoken komt de vraag in alle varianten voorbij, zodra hij met weer iets lekkers of leuks naar buiten loopt.Gisteren was ie bang dat er wespen zouden afkomen op het lieveheersbeestje op zijn hand. Of zoals hij eigenlijk zegt: het lieve heersbeestje. Want regelmatig heeft ie het ook gewoon over het heersbeestje, er kennelijk vanuitgaand dat er ook stoute heersbeestjes zijn.
Dan mag je nog blij zijn dat hij het niet over lieven heersbeestjes heeft. Want waar hij het vandaan haalt weet niemand, maar Simon spreekt consequent de n op het eind van de meeste woorden uit. Bijvoorbeeld in: "Kunnen de mannen de stenen wel weer maken?" Iets wat geen landgenoot hem kan hebben voorgedaan. Als hij niet pas drie was geweest zou je denken dat hij de Nederlandse spelling voor het gemak fonetisch leest.
Het gaat zelfs zover dat hij de n ook lijkt te horen waar je hem zelfs niet schrijft. Zo noemt hij Anieks vriendin Silke sinds kort systematisch Silken en had hij het laatst over een raren paddenstoel. Enige hypercorrectie is hem dus ook niet vreemd.