25 augustus 2009

In welke steden ligt Dolfinarië?

“Ga je niet zuigen?” Sinds kort is Simon zo bang als een peuter voor de stofzuiger. Geen idee waar dat vandaan komt. Oké: er glipte laatst een onbenullige knuffelmuis de zuigmond in, maar ik dacht toch echt dat hij daar niets van had meegekregen en dat hij amper van het bestaan van het beest wist. Neemt niet weg dat hij zodra er twee rijstkorrels op de grond liggen vreest voor de verschijning van de stofzuiger, waar hij vroeger zo graag op meeliftte. Helaas heeft ie nog niet het benul om het stofzuiggebruik terug te dringen door gewoon eens minder te knoeien.
Dus zodra het monster verschijnt spiedt hij rond of er nog speeltjes op de vloer liggen. Daar mag je wel van uitgaan. We stellen hem gerust: “De autootjes passen niet in de stofzuiger, de krokodil past niet in de stofzuiger.” Aniek helpt mee: “En de garage past ook niet in de stofzuiger. En de aarde past ook niet. Hè pa? En de zon niet en het huis al helemaal niet. Toch?”
In dat “Toch?” schuilt meer onzekerheid dan je misschien zou verwachten. Nog niet zo lang geleden kon ze woest worden als je niet kon uitleggen in welke stad Amsterdam of Bemmel lag. Leg jij het verschil maar eens uit tussen een land, een stad en een werelddeel. Zeker als sommige landen geen land heten, maar zoiets achterlijks als Frankrijk, Italië of Amerika. En als Gelderland, Disneyland en Afrika dan ineens weer geen landen blijken te zijn. Geen wonder dat Aniek voor de vakantie vroeg: “Wij gaan toch naar de Buitenlandse Zee?” en toen we na de Middellandse Zee nog een duur uitstapje deden in eigen land: “In welke steden ligt Dolfinarië?”

10 augustus 2009

Ik was gezwemd

“Ik kan drijven!" Terwijl Aniek voor de zoveelste keer proestend bovenkomt om te laten zien hoe watervrij zes weken zwemles haar hebben gemaakt, straalt Simon ons met volgeblazen wangen, stijfgesloten lippen en een gelukzalige glimlach van tussen zijn alarmoranje zwembandjes tegemoet, om nog zeker een kwartier schier onbereikbaar voor de buitenwereld intens van zijn net ontdekte kunstje te genieten als een astronaut in opleiding op zijn eerste paraboolvlucht.
Een slordige 300 kilometer zuidelijker gaat Aniek met haar voeten stijf op de bodem van het volgende zwembad weer trots kopje onder terwijl broerlief met zijn armen voor zich en een glimmend koppie van een paar meter aan komt om ons enthousiast te vertellen "ik was gezwemd!"
Gelukkig maakt Aniek ook vorderingen als ze een vakantievriendinnetje tracht na te doen die rücksichtslos headfirst van de kant het water in duikt. Maar ook na zeker twintig sprongen blijft het bij haar rücksichtsvol feetfirst, terwijl Simon er tenminste breastfirst voorbij komt gezeild en minstens zo watervrij bovenkomt om vervolgens verrukt te roepen "Ik was onderwater! Ik vind zwemmen zó leuk."
Dan kunnen we als brave ouders Aniek uitbundig prijzen als ze voor de zoveelste keer koppie onder gaat, maar wat geeft het dat haar tweeënhalf jaar jongere broer nu al beter zwemt dan zijn zus met zwemles? Hij staat vaak genoeg in haar schaduw. Bijvoorbeeld als het gaat om knutselen, vriendinnetjes, algemene kennis, puzzelen, tellen en tekenen. Om maar wat te noemen.

Labels: , ,