27 mei 2009

Waar groeien de koeien?

“Waar komt water vandaan?” Nu heeft ie me te pakken. Kun je er nog zoveel lessen, folders en websites over geschreven hebben: leg dat maar eens uit aan een tweeënhalfjarige.
“Uit de kraan” opper ik, maar kennelijk bespeurt hij mijn aarzeling.
“Uit de waterfabriek?” besluit Simon me te helpen.
“Nee nee nee, niet uit de fabriek. Uit de wolken” stamel ik, gevolgd door nog een halfslachtige poging hem dan ook meteen maar de hele watercyclus bij te brengen: “Uit de bergen, uit de rivieren, uit de zee, uit de wolken, uit de regen.” Gelukkig is zijn concentratieboog nog niet zo lang en is hij al weer met wat anders bezig.

Het is begonnen als een soort pavloviaanse echo van Aniek, die al sinds mensenheugenis vraagt naar de herkomst van van alles en nog wat. In de voortdurende strijd om aandacht moet hij besloten hebben ook een bescheiden duit in het zakje doen. Dan riep hij zonder ook maar een antwoord te verwachten iets in de trant van “Waar komt poep vandaan hihi”.
Maar de laatste tijd stelt ie ineens zinnige vragen en kijkt hij je daarna ook onverwacht serieus aan. “Waar komt melk vandaan? Waar komt de cornflakes uit? Waar komt de pyjama uit?” En net als zijn grote zus rust hij niet voor hij een enigszins bevredigend antwoord heeft. Da’s niet altijd even makkelijk als hij vragen stelt als “Waar komen de apen uit?” en “Waar groeien de koeien?”
Dat het hem menens is blijkt ook uit zijn recente interesse in materialen. Dan wijst hij iets simpels aan als een beker, een stuk speelgoed of een auto en vraagt “Wat is dit?” Nog maar kort geleden viel dit in de categorie laat-ik-ook-eens-wat-vragen-maar-ik-weet-heus-wel-wat-het-is en dus ben je geneigd om meteen te roepen “Dat weet jij toch ook wel”. Maar nu blijft hij doorhameren tot je hem vertelt dat het van bijvoorbeeld glas, plastic of ijzer is gemaakt. Het wordt nog wel wat met die jongen.

Labels: , ,

18 mei 2009

Gaan we nu naar de giraffen?

Op een leeftijd dat Aniek allang een grutto van een kievit kon onderscheiden heb ik Simon vanmiddag meegenomen op zijn eerste weidevogelexpeditie. Het is tekenend voor het lot van "de tweede". Drie jaar geleden fietste ik met zijn grote zus meerdere keren per week een rondje defensiedijk en spotten we altijd wel wat grutto's, tureluurs, hazen en zeker kieviten.
Nu het er eindelijk van kwam konden we er niets eens een rondje van maken... omdat we grote zus van school moesten halen. Het bleef dus bij een retourtje gruttoveld. Het peuterhoge gras waar we doorheen waadden leek nog meer indruk op hem te maken dan de paniekerige vogels die we er zagen.

"Ik vond het grote gras mooi", bekende hij op de terugweg. "Jij vond de grutto mooi hè."
"Ja, jij niet dan?"
"Nee, ik vind de grutto saai."
"Nou, zeg maar dag tegen de grutto's."
"Dag grutto. Gaan we nu naar de giraffen?"
Je ziet: er is nog een boel werk te doen. Dat merkten we ook al toen we laatst eens met hem gingen puzzelen. De tentakels van de rode inktvis probeerde hij vastberaden en ondersteboven aan de staart van de blauwe dolfijn te leggen, zelfs al paste het met geen mogelijkheid. Dat kunnen we Simon natuurlijk niet kwalijk nemen: we hebben gewoon maar half zoveel tijd voor hem en misschien nog wel minder. Dat heeft ook zijn goede kanten. Als hij met zijn fietsje bij een stoeprand aankomt stapt hij rustig af, tilt zijn fietsje erop en stapt net zo vrolijk weer op, terwijl zijn zus allang om hulp zou hebben geroepen.