Zullen we joehoe zeggen dat we naar beneden gaan?
De lente heeft nog maar een paar voorproefjes van haar kunnen gegeven, maar het grote buitenspelen is alweer begonnen. Zand uit zandbak en speeltuin kraakt door het hele huis onder je voeten. De kinderen zitten onder de blauwe plekken, de kleren onder de moddervlekken en de wangen vol gezonde blosjes.Maandag gonsde de speeltuin van de opgewonden stemmetjes. De bleke kindertjes waren erop afgekomen zoals wij binnenkort bij vijf graden meer op de terrassen afvliegen.
Nieuwe ster aan het firmament is overbuurmeisje Frida dat een paar keer per dag aanbelt om te vragen of Aniek nog een rondje om het plantsoentje komt rijden. Dan laat Aniek haar knutselwerk of Dora onmiddellijk voor wat ze zijn, grijpt haar step en steekt ("doe je voorzichtig?") de straat over. Meteen komt Simon vragen "Mag ik ook?" en hij sluit zich dapper met zijn driewielstepje bij de meiden aan.
Met dat stepje heeft hij al heel wat bewonderende en ontroerde blikken losgemaakt in het dorp. En het moet gezegd: voor zijn leeftijd is hij onwijs handig met het ding. Al heeft hij op het fietspad van en op weg naar school nog wel eens moeite om niet tussen de grote wielen van de moederfietsen terecht te komen. Daarom stuur ik hem daar meestal de stoep op, of de berg zoals hij het noemt, hoewel het echt niet meer dan een paar centimeter hoger ligt. Kennelijk net genoeg om een boel plezier aan de afdaling naar de straat te beleven, want laatst stond ie even stil, keek me aan en zei: "Zullen we joehoe zeggen dat we naar beneden gaan?"
0 reacties:
Een reactie posten
Aanmelden bij Reacties posten [Atom]
<< Homepage