20 februari 2008

Gaan we zo opstaan?

Je kunt er de klok op gelijk zetten: stipt om zeven uur klinken er twee kleine voetjes op de gang en even later glipt Aniek bij ons onder het dekbed. Soms zit ze er een beetje naast en schreeuwt ze al om half vier of zes uur 's nachts: "Mag ik bij jullie komen liggen?!"
Nee dus. Maar dit heeft vreemd genoeg geen enkel effect op haar biologische wekker, dus komt ze precies om zeven uur alsnog binnen.
"Schuif eens op, ik lig niet lekker".
(...)
"Gaan we zo opstaan?"
(...)
"Papa, waar heb je over gedroomd?"
(...)
Dan klimt ze al weer over ons heen ("Oeps, ik dacht dat dat een knuffel was") om de gordijnen een stukje open te doen. "De lampjes zijn nog niet uit."
(...)
"Goh, het is alweer mistig. Hoe komt dat toch?"
(...)
"Gaan we zo opstaan?"
(...)
Ze kruipt terug naar haar plek: "Waar is dolfijn? Hee, daar ben je Dolfie!"
(...)
"Weet je? Volgende keer wil ik als eekhoorn naar carnaval."
(...)
"Ik ga speeltjes pakken".
(...)
"Heb je een zaklamp? Want het is zo donker beneden."
(...)
"Gaan we zo opstaan?"

05 februari 2008

Paard

We weten het niet zeker maar volgens ons zei Simon "Dil" toen hij net een krokodil zag. Dat zou groot nieuws zijn, want tot nog toe behoorden alle dieren tot een en dezelfde soort. Kom je een hond tegen op straat: "Paard!". Wijs je een eend aan in een boekje: "Paard!". Pakt ie een knuffelbeer: "Paard!". Maak je een dierenpuzzel: "Paard! Paard! Paard!". Heel af en toe was er hoogstens een poes die hij "Poes!" noemde, maar algauw werd dat weer een "Paard!".
Het zou wel passen in zijn ontwikkeling want inmiddels klinkt het ook al regelmatig "Jas", "Titten" (zitten), "Bij" (ik kan er niet bij), "Mij", "Ikke" en jawel... "Annie" (zn grote zus).