23 mei 2007

Wanneer word ik dan weer twee?

Aniek is vorige week drie geworden. Dat gaat natuurlijk niet zo maar. Maandenlang kregen we al te horen “Wanneer ben ik jarig?” Beter dan de moeder van Jip of Janneke konden we het niet uitleggen: Eerst wordt het nog Pasen, dan wordt papa nog jarig en dan ben jij jarig. Ook aan kortere tijdsbepalingen heb je weinig. Nog vier nachtjes slapen is voor haar maar twee dagen. We krijgen het nog steeds niet aan haar verstand gepeuterd dat niet elk slaapje een nacht betekent. Dus zegt ze bijna elke middag “Wat gaan we morgen doen?” terwijl ze vanmiddag bedoelt. En “gisteren” betekent ieder willekeurig moment in het verleden. In die zin was ze dus gisteren jarig. Ze kreeg een geweldige waterbaan waar papa zelfs van wakker gelegen zou hebben, ware het niet dat we al wekenlang wakker lagen van een vreselijk kwakkelende Simon, die nu gelukkig weer overal bovenop lijkt, behalve natuurlijk op die eindeloze snottebellen. Piekie was dus helemaal in de wolken met de kado’s, de slingers, de ballonnen, de visite en de Ert en Bernie taart (“Die lust ik niet”). Na haar slaapje vroeg ze “Ben ik nu nog jarig?” “Ja hoor, maar als het donker is geweest niet meer”. De volgende dag vroeg ze het voor de zekerheid toch nog maar even. “Nee, nu ben je niet meer jarig.” “Wanneer ben ik dan weer jarig?” “Eerst wordt opa Ber nog jarig, dan gaan we nog op vakantie, dan wordt mama nog jarig en Simon, dan komt Sinterklaas, dan komt de kerstboom, dan wordt het nog Pasen, dan wordt papa nog jarig en dan jij weer.” “Maar wanneer word ik dan weer twee?” Helaas helaas, daar is niet in voorzien.