23 november 2006

Is dit grappig?

Vanochtend met Aniek wezen zwemmen in een luxe binnenbad. Van de glijbaan, op de schildpad, speedbootje, van het eilandje springen. Aniek vindt het geweldig en dat laat ze verschillende keren op plechtige toon weten: "Ik vind het heel leuk in het zwembad papa."
Leuk dus en niet grappig. Aniek zoekt al weken naar het verschil tussen grappig en leuk. Leg dat maar eens uit. Zijn we aan het voetballen in de tuin en heeft ze gewoon lol. Staat ze ineens stil. "Is dit grappig?"
Ik antwoord: "Nee".
Hoofdje scheef: "Een beetje grappig?"
"Nee, het is gewoon leuk."
Een andere keer gooit ze zomaar haar playmobil poppetjes op de grond en vraagt "Is dit grappig? Ook niet een klein beetje?" Nee dus.
Vanmiddag sjouwt ze met mijn sloffen aan door het huis heen. De hele familie lacht, dus wij zeggen: "Dit is grappig Aniek." Heeft ze geen idee waarover we het hebben.

09 november 2006

Mais

Op de fiets op de dijk.
"Gaan we niet naar Loekie?"
"Jawel, maar we rijden het rondje andersom. We gaan eerst langs de baggermachine en de mais."
"De mais is weg papa."
"O ja, dat is zo."
"Dat hebben de varkens opgegeten."
"Volgend jaar is de mais er weer."
"Ja, dan spugen de varkens de mais weer uit."

05 november 2006

Andere wereld

Soms vergeet je gewoon dat Aniek in een compleet andere wereld leeft. Van oma had ze geleerd te zeggen in welke straat ze woont. Wij hebben daar de plaatsnaam nog bij gedaan. Natuurlijk hartstikke leuk zo'n peuter, die vol overtuiging haar naam en adres kan declameren. Maar als ze dan vervolgens vraagt of mama ook in L. woont. "En papa? En Simon woont niet in L. hè? Past dat wel?" Dan realiseer je je pas weer dat ze geen idee heeft waar ze het over heeft en waarschijnlijk geldt dat voor nog veel meer van onze communicatie, die toch meestal zo vlot lijkt te verlopen.
Vanavond kon ik wat terug doen door haar echt mee te nemen naar een andere wereld. Je moet toch wat in deze donkere dagen, als je al te lang tv zit te kijken en al teveel boekjes hebt gelezen terwijl het nog lang geen bedtijd is. Dan maar in het donker een rondje gaan fietsen, iets wat Aniek nooit voor mogelijk had gehouden. Ze kijkt rond alsof ze op een andere planeet is, eerst onwennig, maar daarna vooral nieuwsgierig. De auto's hebben lampjes, de boten hebben lampjes, de brug heeft lampjes, Maarten de tamme gans heeft geen lampjes. Het mooist zijn nog wel de lampjes in de lantaarnpalen. Eenmaal thuis laat ze weten dat ze het donker een beetje eng vond, maar ook een beetje leuk.